Natuur: De flora en fauna die zich spontaan vestigt en/of zich zelfstandig handhaaft.
Natuurlijke tuinen
Insecten, vogels en amfibieën willen drinken, eten, schuilen en nestelen. In de natuurlijke tuin wordt gestreefd naar een zo groot mogelijk verscheidenheid aan inheemse bloemen, planten, struiken en bomen.
Niet iedere tuin heeft de mogelijkheid om een bloemenweide over te laten lopen in een ruigte, of naast een poel of vijver een struweel van inheemse soorten als meidoorn, vlier of kardinaalsmuts te laten overgaan in een bos.
Een natuurlijke tuin zit ‘m niet in het aantal vierkante meters, maar in het gebruik van diversiteit aan planten en materialen.
Door tegenstellingen te creëren als; droog-nat, zon-schaduw, voedselarm en voedselrijk, biedt je mogelijkheden voor vele planten en diersoorten. Duizenden insecten vinden een leef-en overwinterplaats in gestapelde muurtjes van dakpannen, gebroken tegels of puin.
Houtrillen bieden plaats voor paddenstoelen, mossen en varens. Ook dit geeft een extra dimensie aan uw tuin. In takkenrillen vinden roodborstjes en winterkoninkjes nestelplaatsen. Onder takken en bladeren overwinteren egels, salamanders en padden. Kortom dood hout leeft!
Geen gif of kunstmest
Een hand tuinaarde bevat meer levende organismen dan er mensen op aarde wonen. Bomen, struiken en planten leven in symbiose met mycorrihizaschimmels. Dit zijn schimmels die vergroeid zijn met de wortels en in ruil voor suikers, voedingsstoffen vrij maken voor de plant. Ze zorgen er ook voor dat schadelijke schimmels “buiten de deur blijven”. Vergif en kunstmeststoffen verstoren dit evenwicht en doden het leven.